Inhoud webinar
Inzicht creëren in de CO2-uitstoot en op basis daarvan concrete keuzes maken: dat is wat de GWW-sector nodig heeft om de duurzame doelstellingen in de GWW-sector te behalen. Verschillende overheden zijn al ver met het ontwikkelen van tools hiervoor. Op 5 april 2023 vertelden Sander Lubberhuizen van de gemeente Enschede, Joost Fijneman van CROW en provincie Noord-Holland over 'hun' tool voor CO2-reductie.
Kijk het webinar terug (1,5 uur)
Inhoudsopgave webinar
00:00:00 Inleiding op het webinar en inventarisatie van de deelnemers
00:07:00 Introductie van de sprekers
00:11:02 Waarom zijn deze tools voor CO2-reductie ontwikkeld?
00:22:00 Sander Lubberhuizen presenteert de CO calculator van de gemeente Enschede en beantwoordt vragen
00:48:48 Joost Fijneman presenteert het Dashboard Monitoring Duurzaam GWW 2030 en beantwoordt vragen
01:07:04 Martijn Weening presenteert de CO2 circulariteitsmonitor van Provincie Noord-Holland en beantwoordt vragen
01:22:33 Afrondend gesprek met de drie sprekers
CO2 calculator gemeente Enschede
Met de CO2 calculator wordt de uitstoot van CO2 nauwkeurig berekend, essentieel om de haalbaarheid van verschillende oplossingen te toetsen. De projectleider van de gemeente maakt hiermee een gefundeerde keuze voor een alternatief dat minder CO2 uitstoot.
Sander Lubberhuizen: "Data is key. Als je niet weet wat je uitstoot, kun je ook niet sturen. Met de CO2 monitor kunnen we zelf de uitstoot van onze werken bijhouden."
Sheets van Sander over de CO2-monitor
Vragen aan Sander
Trevor Verberne: De basis data is DuboCalc en de data is geüpdate met 'geverifieerde' data van leveranciers.
Trevor Verberne: Als één van de leveranciers beschikt over deze data wel. Anders is Dubocalc het uitgangspunt. Door deze data te gebruiken daag je de markt ook weer uit om de data te updaten.
Sander Lubberhuizen: We gaan drie tot vier keer tijdens de loop van een project een calculatie uitvoeren. Hierbij gebruiken we steeds de CO2 data die wij voor handen hebben. Bij de initiatieffase (bij de opdracht vanuit de interne organisatie, bij VO/DO, het bestek worden calculaties uitgevoerd). Maar als de aannemer na aanbesteding met andere producten komt die beter zijn dan moeten we die toepassen. Dan komen die gegevens bij de nacalculatie in beeld. We hebben dan ook gelijk de werkelijke CO2 uitstoot van het werk. Door de koppeling met de calculatiesoftware, die we ook gebruiken bij de termijnafhandeling, krijgen we altijd actuele info.
Trevor Verberne: Ja, transport en aanleg zit in het materieel.
Opmerking deelnemer: aan het einde van je werk, bij oplevering, kun je ook nog een keer calculeren. Dan neem je ook eventuele wijzigingen die in de uitvoering zijn doorgevoerd mee.
Opmerking deelnemer: Ook in fase 3 kun je wel nog een referentie MKI meenemen bij de aanbesteding. Heb nu een project wat al in die fase zit. Idd niet zo heel veel speelruimte meer, maar heb wel nog met de beheerder besproken dat er alternatieve asfaltmengsels ingediend mogen worden. Dus zo kun je op "rijdende treinen" toch nog wel wat invloed uitoefenen!
Sander Lubberhuizen: Ja, dat klopt dat is een goede manier. We zijn hier nu mee bezig in een bouwteam.
Sander Lubberhuizen: We gebruiken de data die op dat moment voorhanden is en is 'geverifieerd'.
Sander Lubberhuizen: Met de stamgegevens zou je inderdaad een koppeling kunnen maken met je areaal. Hier worden momenteel CO2 kengetallen voor gemaakt. De basis gedachte is om uit te gaan van projecten. Door alle projecten bij elkaar op te tellen heb je een beeld wat je als organisatie doet. Je moet er alleen wel rekening mee houden dat je per jaar verschillende projecten en volumes hebt. Je kunt dan moeilijk zeggen dat je jaarlijks x ton CO2 minder wil uitstoten. De referentie moet je leggen met CO2 data uit 1990. Immers we willen 50% minder CO2 uitstoten tov 1990. Dus als je bij elk project die vergelijking maakt, weet je ook hoe je als organisatie op koers ligt. En dan kun je sturen.
Sander Lubberhuizen: Voor ieder werk bepaal je altijd je hoeveelheden. Je hangt daar een prijs aan. Maar nu kun je daar dus naast de kostprijs ook de CO2 uitstoot aan hangen.
Sander Lubberhuizen: Dat schrijf je voor. Of je overlegt met marktpartijen.
Sander Lubberhuizen: Zowel van de productie van de materialen als transport en aanleg
Sander Lubberhuizen: Ik was tijdens de presentatie niet duidelijk. Excuus. Ik bedoelde te zeggen dat de MKI data uit de Nationale Milieudatabase niet actueel genoeg is voor innovatieve producten. De standaard materialen staan daar wel in. Waar je beter gebruik van kunt maken is de MKI data rechtstreeks van leveranciers. Echter, mits geverifieerd! Maar mocht die niet voorhanden zijn dan moet je een eigen inschatting maken. Vaak kun je dat prima samen met de leverancier bepalen.
Verdere toelichting van de vraag: In de aanbesteding zou prima kunnen worden opgenomen dat je naderhand je waardes moet kunnen borgen en dat je gekort wordt als je er meer dan x % er naast zit. Anders ga je zien dat op basis van theoretische berekeningen veel kan, maar achteraf blijkt dat het niet mogelijk blijkt te zijn.
Sander Lubberhuizen: Ik heb de indruk dat we twee verschillende dingen bedoelen. Ja, we moeten MKI data gebruiken voor het vullen van de CO2 database die onder elke calculatie komt te hangen. Nee, we moeten niet op MKI gaan aanbesteden. Want dan ga je appels met peren vergelijken en krijg je dat MKI bepalend wordt voor het al dan niet winnen van de aanbesteding. Je moet als opdrachtgever niet in deze situatie terecht komen. Veel MKI-aanbestedingen gaan daarom ook niet goed.
Sander Lubberhuizen: ja, goed punt. Maar het is niet helemaal crap. Je moet het weten te lezen. Je moet je eigen mening hierop kunnen vormen.
En over het delen van onze data: We zijn wat huiverig om onze data "landelijk" te maken. Want dat is de nationale milieudatabase al. Maar ja, die is slechts ten dele te gebruiken. Wij hebben daarom onze data getweakt Je moet dus weten waar we dat hebben aangepast zodat je zelf je eigen data er aan kunt toevoegen. Daarom moet je ook niet gaan aanbesteden met "onze" data. Het is onze interpretatie (om zo dicht mogelijk bij de juiste getallen te komen).
Sander Lubberhuizen: Nee, dat hoeft niet. Je moet alleen snappen hoe je moet calculeren. Dat heeft eigenlijk iedere gemeente wel in huis. Die persoon is dan ook verantwoordelijk voor het up to date houden van de gemeentelijke CO2 database. Dus die persoon moet in staat zijn die data van "Enschede" aan te passen naar de eigen situatie. Voorbeeld: Onze CO2 footprint van een bepaald betonproduct is laag omdat de leverancier bij ons om de hoek zit. Weinig transportafstand. Neem je onze data 1 op 1 over dan moet je de reisafstand aanpassen of kiezen voor jouw leverancier die bij jou om de hoek zit.
Sander Lubberhuizen: Nee, beter is om even te wachten op de aanpassingen in de calculatiesoftware van Bakker en Spees en die van Ibis. Want daar kan je een eigen dataset aan hangen. Dan is je integratie gelijk klaar.
Dashboard Monitoring DGWW2030 - CROW
Om het effect van de verduurzaming in de sector in beeld te brengen heeft CROW een uniform Dashboard Monitoring ontwikkeld waar zes KPI's in opgenomen zijn: Broeikasgassen, MKI, Circulariteit, NOx – brandstoffen materieel, Energieverbruik installaties en Biodiversiteit. Het dashboard geeft inzicht op organisatieniveau (het totale areaal) voor de zes genoemde indicatoren.
Joost Fijneman: "Er is in de GWW-sector veel behoefte aan uniformiteit als het gaat om het in beeld brengen van CO2-uitstoot en de effecten van verduurzaming. Het Dashboard Monitoring DGWW2030 voorziet hierin."
Sheets van Joost over het Dashboard Duurzaam GWW 2030
Vragen aan Joost
Joost Fijneman: Voor dataverzameling bij de aannemer bevat het Excel document vaste formats. Deze zijn eenvoudig voor kleine projecten en meer uitgebreid voor grotere projecten.
Joost Fijneman: Iedereen met toegang tot PowerBI (standaard onderdeel van Office) kan met de instructies het Dashboard in PowerBI zichtbaar maken.
Joost Fijneman: Met BouwCirculair is veelvuldig contact over het instrumentarium van Duurzaam GWW en dus ook over het Dashboard Monitoring. Een koppeling met de Projectenmodule van BouwCirculair is er evenwel nog niet - die staat nog op het wensenlijstje. De gegevens uit de projectenmodule zijn echter gemakkelijk over te zetten in het Excel-bestand, dus er hoeven geen gegevens dubbel uitgevraagd of aangeleverd te worden.
Joost Fijneman: De doorlooptijd ligt nog niet vast. Prioriteit nu is om partijen te laten starten met de nulmeting en de dataverzameling.
Joost Fijneman: Belangrijk om op te merken is dat er veel wijzen zijn van meting en monitoring, maar er is maar één uniform Dashboard waar de gegevens van 6 KPI’s bij elkaar komen. Deze lijn is landelijk al gekozen. Om het Dashboard laagdrempelig te maken, is er tevens voorzien in een eenvoudige wijze van gegevensverzameling, maar dat kun je op andere manieren doen, die meer inspanning vergen maar ook meer inzicht leveren, bijvoorbeeld zoals in Enschede. De initiatieven zorgen er met elkaar voor, dat de uitkomsten van de verschillende wijzen van gegevensverzameling ‘compatible’ zijn en dus in het uniforme dashboard bijeen kunnen komen.
CO2 circulariteitsmonitor provincie Noord-Holland
De monitor berekent de gemiddelde CO2 uitstoot over het beheer en onderhoud van het provinciale (vaar)wegen areaal. Niet alleen de assets worden hierin meegenomen maar ook bijvoorbeeld het groenonderhoud langs deze wegen.
Martijn Weening: "De CO2 circulariteitsmonitor geeft antwoord op de vraag: wat moeten we eigenlijk doen om onze doelstellingen op het gebied van CO2-uitstoot en circulariteit te behalen? Welke activiteiten hebben het meeste effect?"
Vragen aan Martijn
Martijn Weening: Wij houden nauw contact om van elkaar te leren waarbij we ook continue in ogenschouw te nemen of het mogelijk is om de tools te integreren. Of anders de uitkomsten van de ene tool in te kunnen lezen in een andere.
Martijn Weening: Bij de Provincie Noord-Holland is hier een aparte functie voor. Echter zijn wij voornemens om het model zo door te ontwikkelen dat het vrijwel geen tijd kost om het in te vullen / bij te houden.
Opmerking: Je kunt al een aardig beeld krijgen van de Footprint van een project door LCA's op te vragen bij de leveranciers van de meest gebruikte materialen. Beton- en Asfalt leveranciers hebben die data gewoon beschikbaar. Veelal ook al gevalideerd voor de standaard mengsels. Je kunt de gangbare waarden opnemen als plafond in je bestek. Dat heb je een nullijn. Door MKI op te nemen als EMVI kun je de markt stimuleren om duurzamere mengsels te leveren.
Vraag: Bij de materialen, reken je per product heel specifiek alle grondstoffen die daar in zitten? Of reken je eenvoudiger (opp x dikte x soortelijk gewicht)?
Antwoord deelnemer: De MKI van asfalt is per ton. Dus door de hoeveelheden uit je bestek te halen kun je berekenen wat de MKI-waarde en CO2 uitstoot is van het asfalt
Antwoord deelnemer: Ik vraag dit met de reductie op grondstoffen in het achterhoofd, niet zo zeer over de CO2 uitstoot
Antwoord deelnemer: Ok, je kunt het per asfaltmengsel berekenen, maar ook voor de beoogde constructieopbouw. Door de standaard opbouw als nullijn te hanteren kun je de milieu-winst berekenen bij gebruik van andere materialen en/of constructieopbouw
Opmerking: Die plafondwaarden kun je deels halen uit de MVI criteria tool, de buyer group duurzame wegverhardingen en bouw circulair moederbestek