Interview: "Als je elkaar goed weet te vinden, kun je elkaar versterken in plaats van elkaar in de weg zitten."

De impact van samenwerken: de ene keer is het een van de vele stappen om ergens te komen, het andere moment is het dé sleutel tot doorbraak. We vinden samenwerken dus heel belangrijk, al is het soms lastig om de exacte impact te duiden. Romana van Platform WOW ging het gesprek aan met Monique Bekkenutte, directeur Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) en Ronald Wielinga van de WaterCampus Leeuwarden (en voormalig WOW-makelaar). Monique en Ronald werken al langere tijd samen en kunnen goed hun visie geven op samenwerken in de watersector. Leestijd: 6 minuten. 

Monique, jij leidt nu 13 jaar het Koninklijk Nederlands Waternetwerk, een onafhankelijk kennis(sen)netwerk in de watersector. Hoe omschrijf jij jouw rol?
“In mijn rol ben ik veel bezig met netwerken op verschillende waterfronten. Concrete activiteiten zijn onder andere de voor- en najaarscongressen, kennis- en praktijksessies over thema’s als duurzaamheid en het enthousiasmeren van scholieren en studenten voor de watersector. Heel actueel is ook de internationale klimaatadaptatie reeks die we samen met WOW organiseren”.

Ronald, jij bent 12 jaar betrokken geweest bij WOW en sinds 1 april heb je afscheid genomen. Gelukkig blijf je wel betrokken bij de klimaatadaptatie reeks! Daarnaast ben je sinds twee jaar manager Ondernemerschap bij WaterCampus Leeuwarden. Hoe kijk jij terug op jouw WOW-carrière?
“Ik ben, sinds het ontstaan van Water ontmoet Water in 2010, betrokken geweest bij allemaal aansprekende samenwerkingsinitiatieven. Waarvan het meest aansprekende initiatief in mijn ogen de ‘WOW-meeloopdagen’ is: collega’s een dag laten meelopen met een vakgenoot van een andere organisatie. Hiermee hebben we echt duizenden collega’s bereikt. Wij faciliteerden dit proces vanuit WOW van A tot Z. Ook ben ik betrokken geweest bij de organisatie van alle landelijke WOW-dagen en natuurlijk de WOW-samenwerkingsprijs. En door de jaren heen heb ik me ingezet voor het enthousiasmeren van jongeren. Bijvoorbeeld het opzetten van het ROKT-traineeship en de Technasium Top Award.

De afgelopen twee jaar heb ik me ook gefocust op kennisuitwisseling op waterthema’s. In samenwerking met KNW en andere partners zoals KWR, Stowa, Aqua Minerals, Rioned en Water Alliance initieerden we een waterwebinarreeks. Dat was een snel geklaarde klus omdat Monique en ik, die hier de lead in hebben genomen, elkaar al goed kenden. In de tijd van COVID bereikten we ontzettend veel mensen met deze reeks, soms wel 700 inschrijvingen per webinar! Inmiddels loopt er een derde reeks met een internationaal tintje: ‘Klimaatadaptatie: oplossingen uit andere windstreken’. Hierin wordt de Nederlandse en buitenlandse aanpak naast elkaar gepresenteerd. Denk bijvoorbeeld aan Canada. Daar zijn ze ver op het gebied van klimaatbestendige infrastructuur. Ook Australië komt aan bod, waar de ontwikkelingen voorop lopen met data. Bijvoorbeeld het voorspellen van droogte met data om snel en exact te weten waar bosbranden kunnen ontstaan.” 


Jullie werken al een lange tijd samen, beide vanuit verschillende netwerken. Wat betekenen WOW en KNW voor elkaar?
Monique: “Er zijn veel initiatieven in de waterwereld en daardoor ook versnippering. Als je elkaar goed weet te vinden, kun je elkaar versterken in plaats van elkaar in de weg zitten. Je bent toch bezig in veel dezelfde agenda’s een plekje te vinden. Dan kun je maar beter kijken of je de dingen gezamenlijk kunt doen. Of je stemt af zodat je weet: jullie doen dit, dan zetten wij energie op andere dingen in. Daarom is het belangrijk dat je elkaar én de sector kent. Dat klinkt heel logisch maar het is alsnog lastig hoor. In je enthousiasme vergeet je weleens dat er andere partijen zijn.”

Ronald: “ Ik vond het vanuit WOW-perspectief heel leuk om met KNW samen te werken. We proberen allebei mensen te verbinden. En het unieke van KNW, ten opzichte van andere initiatieven, is dat KNW een personenvereniging is. Of je nu voor een waterschap, drinkwaterbedrijf of technologiebedrijf werkt: het gaat vooral om ‘ik ben vanuit mijn menszijn geïnteresseerd in wat er in de watersector gebeurt om daar verbindingen te maken’. En dat maakt het laagdrempelig om een van de leden te benaderen.”

Monique: “Ja, dat vind ik ook de kracht: omdat je het op persoonlijke titel doet, ondanks dat je voor een organisatie werkt, is dat je daardoor dingen kunt agenderen die nog niet uitgekristalliseerd zijn. Zonder dat je continu denkt ‘gaan wij daar wel over’ of ‘wie gaat dat betalen’. Je kunt het over inhoud hebben zonder ruggespraak. Dat geeft ruimte om verder te komen in het samenwerken en kennisdelen. Die ruimte ervaar je soms minder in een andere rol.”

Jullie hebben beide veel inzage in wat er speelt in de sector, Nederland als waterland. Wat zien jullie gebeuren?
Monique: “Ik zie dat transities zoals de energietransitie en klimaatverandering veel van mensen en organisaties vragen. Ook circulariteit is heel actueel: hoe zorg je ervoor dat water en de daarin opgeloste componenten worden hergebruikt en teruggewonnen.” Om deze enorme opgaven aan te kunnen, moet je elkaar meer opzoeken, nóg meer samenwerken en kansen koppelen. Veel mensen vinden dat lastig, ook bij beheerorganisaties. Je moet toch de dingen anders gaan doen. Bijvoorbeeld: er wordt een school gebouwd. Er is op die locatie ook waterberging nodig. Kijk dan gelijk of je iets met het schoolplein kan doen. Je moet elkaar op tijd weten te vinden om dit te realiseren. Dat vraagt iets van de mens en de organisaties. Soms vraagt dat ook om andere competenties.

 Ronald: “Natuurlijk ben ik het helemaal eens met Monique. Ik zou daar waterschaarste aan toe willen voegen. Over het hele jaar hebben we in Nederland geen waterschaarste en valt er zelfs meer regen. Alleen is dit veel geconcentreerder in bepaalde periodes. We hebben ons hele watersysteem ingericht om zo snel mogelijk af te zijn van water. Om te voorkomen dat we natte voeten krijgen. En nu het weer extremer wordt, en met name nu er langere periodes van droogte zijn, is waterschaarste echt een issue. Daar wordt al hard aan gewerkt, maar we moeten ook nog veel doen. Met name in het oosten van het land.”

Het is een grote mindshift waar we ons handelingsperspectief op moeten aanpassen: van ‘zo snel mogelijk water afvoeren’ naar ‘hoe bergen we zoveel mogelijk zoet water voor de periodes dat er onvoldoende van is’?

Monique Bekkenutte

Monique: “Eens! Je hebt natuurlijk een aantal ontwikkelingen waardoor dat komt. Je hebt de groei van onze bevolking, weersextremen. De afgelopen 100 jaar hebben we kanalen gegraven, grachten zijn gedempt. Landbouw is heel belangrijk, dan mag de waterstand niet te hoog zijn. Dan komen de machines er niet doorheen. Dat zijn allemaal dingen die we zelf hebben veroorzaakt. Alleen nu komen we erachter dat we een aantal zaken moeten rechttrekken. Het is een grote mindshift waar we ons handelingsperspectief op moeten aanpassen: van ‘zo snel mogelijk water afvoeren’ naar ‘hoe bergen we zoveel mogelijk zoet water voor de periodes dat er onvoldoende van is’? Daarbij speelt verzilting ook nog eens een rol.”

Ronald: “Ja, dat heeft ook weer te maken met de lange waterstand in de rivieren waardoor er meer zout water binnen komt. Zodanig dat er soms in de zomer bij Nieuwegein, waar we het water winnen dat voor infiltratie naar de duinen wordt vervoerd, al sprake is van verzilting. Maar we kunnen nog wel even doorgaan met zaken die spelen.”

Monique: “Inderdaad. Water raakt aan alles. Dat maakt het soms ook lastig. Het is zó belangrijk. En tegelijkertijd is vaak onzichtbaar hoe afhankelijk we zijn van watervoorziening en waterbeheer enn alle ontwikkelingen die daarmee in verband staan. Dat maakt ook dat bijvoorbeeld de waterschappen, die vroeger heel technisch georiënteerd waren, nu steeds meer een integrale visie op de plank moeten hebben liggen. Dat vraagt om nieuwe mensen en een andere insteek. Daar proberen wij als KNW het informele netwerk voor te zijn.”


We hebben te maken met een levensbepalend middel, water. Dat maakt dat de problematiek en transities enorm geladen zijn. Het is een megaklus: voldoende schoon water en tegelijkertijd de voeten droog houden. Zijn er ook bepaalde successen waar jullie aan terug denken?
Monique: “Een recent succes voor mij was de Amsterdam International Water Week, een mooi voorbeeld van impactvolle samenwerking in de watersector. We hebben zowel een online als live congres, het Integrated Leader Forum, een Wetskills challenge en meerdere Amsterdam Agreements georganiseerd. Dit alles om de watergerelateerde SDG’s sneller en beter te behalen. En natuurlijk de WK Fitterijwedstrijden tijdens de Aquatech, als ode aan het vakschap.

Waar ik ook aan terugdenk is het ontstaan van de regionale energiestrategieën. Dit idee is geboren op een van onze congressen. Een bijeenkomst kan soms net dat extra zetje geven, de juiste mensen bij elkaar brengen waardoor iets wél van de grond komt. En niet te vergeten: ons vakblad H2O bestaat nu 55 jaar en is ontwikkeld van een blad met vakartikelen naar een medium waar ook nieuws en andere actualiteiten een podium krijgen.”

Om de huidige generatie enthousiast te maken denk ik dat het het duurzame en het relevante, het ertoe doen van de watersector heel belangrijk is.

Ronald Wielinga

Ronald: “Ik denk dat het grootste succes van de watersector is dat we eigenlijk al decennia lang zorgen voor veilig, schoon en voldoende drinkwater. En dat ons afvalwater op een goede manier wordt behandeld. De gemiddelde Nederlander denkt er niet over na waar het water heen gaat en of hij of zij wel of niet een glas uit de kraan drinkt. Daar maken we ons absoluut niet druk om. In vergelijking met andere landen scoren wij goed als het gaat om de kwaliteit van het drinkwater en de afvalwaterbehandeling. Uitmuntend zelfs. Dat is de grootste prestatie van de Nederlandse watersector. En dat komt doordat de mensen die deze sector werken allemaal met passie werken. Dat wordt door veel mensen als vanzelfsprekend aangenomen, maar we mogen hartstikke trots zijn dat we veel onderdelen van het dagelijkse leven voorzien van voldoende en schoon water. Om de huidige generatie enthousiast te maken denk ik dat het het duurzame en het relevante, het ertoe doen van de watersector heel belangrijk is.”

Het is best bijzonder als je erover nadenkt: er zijn organisaties om te zorgen voor voldoende, schoon water en droge voeten. Tegelijkertijd zijn platforms, verenigingen die deze organisaties extra aan elkaar verbindt. Wat zou er zonder platforms als WOW en KNW gebeuren in de sector?
Ronald: “Dan zal de wereld niet vergaan. De beheerders gaan verder met hun eigen opgaven. De technologiebedrijven ook. Maar je krijgt dan meer versnippering. Dat merk je wellicht in de eerste instantie niet, dat duurt een tijdje. Dan zul je zien dat een netwerk als KNW of WOW een belangrijke rol speelt in het verbinden van mensen en kennis. Al is het alleen maar een voorjaarscongres of de WOW-dag waar mensen elkaar ontmoeten.”

Neem contact op met Ronald of Monique

Ronald Wielinga
Ronald Wielinga
WaterCampus Leeuwarden
Manager Ondernemerschap
Monique Bekkenutte
Monique Bekkenutte
Koninklijk Nederlands Waternetwerk
Directeur